Chaplain Delbert Kuehl
Delbert Kuehl, geboren op 16 januari 1917 in de buurt van Alexandria(Minnesota). Het geloof was niet een onderdeel van zijn jeugd, tot een moment dat hij voor de scoutingclub een opdracht kon doen om meer punten te behalen. De opdracht was om vier keer naar de zondagsschool te gaan, zijn groepje wou wel maar hijzelf vond dat het geloof was voor bijgelovige en laag opgeleide mensen.
Op de zondagsschool gaf er juist een hoog opgeleide elektro-engineer les over de Bijbel. Delbert begon anders naar het geloof te kijken en ging zelf de Bijbel lezen. Hij kwam tot geloof door onder andere Johannes 3:16 "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben."
Nadat Delbert tot geloof gekomen was merkte zijn vrienden op dat hij anders was geworden. Hij ging ook een theologische opleiding doen om God te dienen waar nodig. Hij behaalde zijn theologische diploma in 1942 en kreeg in dat jaar ook een steeds betere band met een meisje genaamd Delores.
Amerika was verwikkeld geraakt in een twee frontenoorlog en er waren ook chaplains (legerpredikanten) nodig die het moraal en geestelijke welzijn verzorgden. Delbert hoefde niet het leger in te gaan omdat als je voor een kerk zou werken vrijgesteld zou zijn. Delbert kon werk krijgen in een kerk maar besloot vrijwillig het leger in te gaan omdat hij wilde zijn waar hij het meest nodig was.
Tijdens zijn chaplain opleiding werd gevraagd of er een chaplain was die bij een nieuw gevormde parachutisten eenheid wou voegen, genaamd Airborne 82nd Infantry Division, 504th Regiment. Chaplain Delbert Kuehl meldde zich meteen aan als vrijwilliger, wetende dat hij in vijandelijk gebied gedropt zou worden.
Tijdens de eerste dienst die hij organiseerde voor 1800 man, kwamen er uiteindelijk twee man opdagen waarvan er één dronken was. Sinds die tijd besloot hij het geheel anders te doen, ook al zou het hem zijn leven kunnen kosten.
"Als de mannen niet naar mij toe komen, zal ik zelf naar de mannen toe gaan." Dat leidde hem uiteindelijk naar de Waal rivier op 20 september 1944 bij Nijmegen.
Het doel was om de brug van Nijmegen in handen te krijgen voordat het vernietigd zou worden door de Duitsers. Chaplain Kuehl hoefde niet mee met de “zelfmoordmissie” om tijdens daglicht en in fragiele bootjes naar de overkant te gaan. Maar hij besloot vrijwillig te gaan om te zijn waar de mannen hem het meest nodig hadden, namelijk bij de oversteek.
Tijdens de overtocht herhaalde hij bij elke peddelslag een stukje uit het Onze Vader; ”Uw wil geschiedde!, Uw wil geschiedde!” Ondanks de sterke stroming en vijandelijk vuur haalde zijn boot wel de overkant.
Aan de overkant was Chaplain Kuehl zijn taak om de gewonden te verzorgen en ze te verplaatsen naar de oever, zodat de gewonden terug konden vervoerd worden met de bootjes.
Toen Chaplain Kuehl een soldaat met een ernstige buikwond verzorgde, werd hij van achter geraakt door rondvliegende stukken. Hij viel voorover op de soldaat met de buikwond die de opmerking maakte: " Oh Chaplain, hebben ze jou nu ook te pakken?”
Dit bleef Chaplain Kuehl voor de rest van zijn leven bij, omdat de soldaat zich meer zorgen maakte om hem dan om zichzelf.
Chaplain Kuehl is ongeveer 4 uur op de oever geweest onder vijandelijk vuur en heeft 35 gewonde soldaten teruggebracht naar de bootjes. Zijn aanwezigheid en moedige acties diende als inspiratie voor alle soldaten en verzorgde ook deels tot succes van de operatie. Hiervoor kreeg Chaplain Kuehl onder andere de Silver Star Medal.